Inleiding
‘EU moves to ban single-use plastics’. Dit citaat kopte persbureau Reuters op 28 mei 20182 naar aanleiding van het feit dat de Europese Unie (EU) een eind wil maken aan het gebruik van eenmalig plastic. Het doel is om het gebruik van de top-tien meest gebruikte single-use plastics (SUP) minimaal te halveren, om zo een ecologische schade begroot op 22 biljoen euro te voorkomen.
In dit artikel wil ik deze aankomende regelgeving nader beschouwen. Beknopt zal ik de hoofdpunten van deze wet bespreken. Allereerst zal ik de aanleiding voor het schrijven van de wet bespreken, om vervolgens door te gaan met de inhoud en het doel ervan. Daarna zal de juridische basis aan bod komen waarop de wet gestaafd is. Vervolgens zullen we een korte blik op de maatschappelijke impact werpen. Het artikel sluit af met een conclusie.
Het probleem
Plastic speelt een grote rol in ons dagelijks leven. Vrijwel overal om ons heen is plastic te vinden en het is de meest gebruikte kunststof ter wereld. Het probleem is de manier waarop de maatschappij met plastic omgaat. Omdat plastic in overvloed tot onze beschikking staat, of gemaakt is voor eenmalig gebruik (single-use), wordt het vrijwel achteloos weggegooid. Dit met alle ecologische gevolgen van dien.
De top tien ‘single-use plastics’ (SUPs) komen uiteindelijk veelal terecht in onze waterwegen. Dit afval, ook wel ‘marine litter’ genoemd, is te vinden op stranden en in de zee. Dit zorgt voor economische, sociale en ecologische schade. De ‘plastic soep’ die zich formeert in de oceaan bedreigd onze ecosystemen, biodiversiteit en mogelijk de menselijke gezondheid. Rond de Noordzee hebben 93% van de zeevogels die geanalyseerd zijn plastic in hun lichaam.3
Hoewel dit probleem globaal is, heeft het een duidelijke Europese dimensie. De EU heeft daarom besloten de krachten te bundelen en van hogere hand te bepalen dat er ingegrepen moet worden om deze schade te voorkomen.

Inhoud en doel
Zoals artikel 1 van het ‘Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD betreffende de vermindering van de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu’ (Milieuwetsvoorstel) begint, heeft deze wet tot doel ‘de effecten van bepaalde kunststofproducten op het milieu, in het bijzonder op het aquatisch milieu, en op de menselijke gezondheid te voorkomen en te verminderen, en de overgang naar een circulaire economie met vernieuwende bedrijfsmodellen, producten en materialen te bevorderen, en zo ook bij te dragen tot de efficiënte werking van de interne markt.’ In het kort gezegd: het tegengaan van de negatieve economische, sociale en klimaatconsequenties die SUP met zich meebrengen. Meer specifiek heeft de EU een aantal doelen die met deze wet bereikt moeten worden.
Allereerst, als gezegd, het limiteren van plastic afval dat in onze zeeën terecht komt. Het tweede punt is transnationale bewustwording creëren; plastic afval stopt immers niet aan de grens. Het laatste punt van belang is het behouden van een eerlijke interne markt, door eenduidige afspraken te maken die voor de hele EU gelden, waardoor elke lidstaat evenveel voor- als nadelen ondervind van dit gezamenlijke probleem.
Om deze doelen te bereiken wordt de focus gelegd op een tiental SUPs, die samen goed zijn voor 86% van ons plastic afval. Dit zijn: sigarettenpeuken, wattenstaafjes, chipszakjes, vochtige doekjes, ballonplastic, plastic bestek, rietjes, plastic bekers, plastic flesjes met doppen en voedselverpakkingen. De EU neemt in artikel 4-8 van het Milieuwetsvoorstel vier acties met betrekking tot deze artikelen
Juridische basis
De EU baseert zijn wetgevende handeling op twee artikelen uit het Verdrag betreffende de Werking van de Europese Unie (VWEU), te weten artikel 192 lid 1 en artikel 114. Het eerstgenoemde artikel heeft betrekking op de bescherming van het milieu, wat de EU zichzelf tot taak heeft gemaakt. Het laatstgenoemde artikel heeft betrekking op de bescherming van de interne markt.
Het doel van deze artikelen is om schadelijke milieuconsequenties te voorkomen en verminderen en om door vereisten aan producten te stellen te zorgen voor een eerlijke transparante markt. De EU trekt deze regelgeving zich aan omdat het een transnationale kwestie betreft, die direct invloed heeft op Europese zeeën.4 Daarbij wordt de actie gelegitimeerd doordat de EU zichzelf op wil stellen als wereldleider in beleid omtrent zee en oceanen, om zo een voorbeeld te zijn voor overige werelddelen met betrekking tot klimaatbeleid. Daarbij berust de juridische basis van het Milieuvoorstel op een aantal eerder uitgebrachte richtlijnen, te weten de ‘Kaderrichtlijn afvalstoffen’5 en de richtlijn ‘verpakking en verpakkingsafval’.6 Deze richtlijnen berusten beiden op artikel 192 lid 1 VWEU.

Conclusie
Met het Milieuwetsvoorstel zet de EU een stap richting een schonere aarde. Met de nadruk op bewustwording, worden de meest vervuilende plastics aangepakt. Dit door ofwel de plastic helemaal te verbieden, ofwel aan de plastic strenge vereisten te stellen. In het kader van onze (te grote) Europese ecologische voetafdruk is deze wet enkel toe te juichen.
Daarbij draait deze wet ook om de eerlijke werking van de interne markt. Door in heel Europa dezelfde eisen aan plastic producten te stellen, qua labelling en verkoop, wordt gezorgd voor dezelfde voor- en nadelen voor lidstaten.
Het Milieuwetsvoorstel zal – als dit aangenomen wordt – zorgen voor een nieuwe manier van leven in Europa. Deze nieuwe manier van leven, waarbij alledaags plastic opeens niet zo alledaags meer is, zal ook een nieuwe manier van denken vereisen. Deze wet is een kans voor ondernemers en producent. De producenten, die juist ook door de EU aangewezen worden als essentieel onderdeel van de oplossing van dit probleem.
![]()


Reageren? Mail naar: [email protected]
Google+